zondag 30 oktober 2011

7. De kandidaten kunnen uitleggen waarom het algemene idee dat mensen meestal uit vrije wil handelen problematisch is in het licht van (a) het determinisme en (b) de overeenkomsten tussen groepsgedrag bij dieren en bij mensen..

Het determinisme is de opvatting dat in onze wereld niets zonder oorzaak gebeurd: alles heeft een oorzaak. Alles wat we doen wordt dus weer bepaald door gebeurtenissen uit het verleden. Daarvan uitgaande kun je niet spreken over vrije wil: sinds het begin van het universum was het al duidelijk dat jij deze handeling zou plegen. Het is onderdeel van een ‘grand scheme of things’ en je hebt zelf weinig te willen of kiezen, terwijl je misschien helemaal niets vermoedde.

Het hanteren van het begrip ‘vrije wil’ is ook niet houdbaar wanneer we de overeenkomsten tussen onszelf en dieren op een rijtje zetten. We onderscheiden ons van dieren doordat we kunnen kiezen om onze instinctieve neigingen te onderdrukken: wij mensen kunnen buiten onszelf uitstijgen en gevolgen van een handeling overzien: transcenderen. Dat zorgt ervoor dat soms kiezen om iets juist of niet wel te doen.

We onderscheiden onszelf veel meer minder wanneer we ’t hebben over het belang dat wij hechten aan acceptatie in een groep. Het onderdeel zijn van een groep betekent dat er groepsgebonden normen en waarden gelden, en ons diepgeworteld verlangen tot conformiteit zorgt ervoor dat we proberen te voldoen aan de normen. We handelen minder instinctmatig in vergelijking met dieren, maar maken wel veel beslissingen op basis van gevoelens.