Eerste vereiste is dat de persoon moet doen wat hij wil, ook al is deze wil gedetermineerd. Mocht het determinisme worden bewezen dan maakt het voor deze positie weinig uit, de conditioneel compatibilist ziet het bevredigen van de gedeterminseerde wil alsnog als een vrije keuze.
Tweede vereiste is dat als de persoon iets anders had gewild, hij ook iets anders had gedaan. Oftewel, was hij fysiek in staat om zijn andere wil te volgen. Op deze manier wordt het alternatieve mogelijkheden principe behouden.