Wie ik zelf ben

Mijn foto
Ik volg een hbo studie filosofie. In mijn vrije tijd geef ik bijlessen filosofie. Ik werk in heel Nederland: voel je welkom!

donderdag 12 april 2012

46. De kandidaten kunnen beargumenteren waarom men volgens het existentialisme van Sartre bij het maken van een keuze in een lastige situatie nooit volledig dwingende redenen kan geven die één bepaalde keuze noodzakelijk maken ten koste van andere mogelijke keuzes.

-

45. De kandidaten kunnen uitleggen wat er problematisch is aan het gebruik van het hiërarchische model van Frankfurt om ons spreken over de vrije wil te verklaren.

Een probleem bij dit hierarchische model zou kunnen zijn dat je twee conflicterende tweede-ordeverlangens hebt: wat doe je dan? Volgens Frankfurt moet je (wanneeer tweede-orde verlangens niet met elkaar in harmonie zijn)de hierarchie dan uitbreiden door derde-orde verlangens te creeren (en als het moet vierde, vijfde en zesde-orde verlangens). Je kunt je afvragen of dit niet leidt tot eindeloze regressie (de hierarchie wordt groter en groter). Frankfurt wuift deze kritiek weg: zodra je geen conflicterend niveau hebt bereikt houdt de regressie op

44. De kandidaten kunnen beargumenteren waarom de theorie van Frankfurt aantrekkelijk is voor aanhangers van het determinisme.

Frankfurt stelt dat onze verlangens draaien om liefde.  Alle verlangens die in overeenstemming zijn met wat je liefhebt zijn van jezelf. Dit spreekt een determinist aan, omdat wat je liefhebt volgens Frankfurt dus al vastligt. Omdat dit vastligt kun je dus niet spreken over een vrije wil: het was het altijd al duidelijk dat wat je lief zou hebben (en daarmee dus wat je zou verlangen in je leven).

43. De kandidaten kunnen aangeven wat volgens Frankfurt het verschil is tussen eerste- en tweede orde verlangens en daarbij uitleggen hoe dit onderscheid een rol speelt in het spreken over de vrije wil.


Onderscheid maken tussen een verlangen van jezelf en een verlangen niet van jezelf is lastig. Frankfurt denkt slim te zijn door te stellen dat verlangens verschillende ordes hebben. Hij bedenkt hoe verlangens samehangen en verzint een structuur:

Eerste orde verlangen = ik wil fastfood eten
Tweede orde verlangen = ik wil niet dat ik fastfood wil eten

Frankfurt meent dat we dus onderscheid moeten maken tussen eerste- en tweede-orde verlangens; eerste-ordeverlangens hebben betrekking op wat je buiten jezelf wilt. Tweede-ordeverlangens op wat je zou willen dat jouw verlangens zijn. Een tweede orde verlangen is een noodzakelijke voorwaarde om iets zelf te willen. Tegelijkertijd is het niet voldoende: het verlangen dat je iets verlangt betekent nog niet dat je het zelf echt wilt, je kunt het tweede-orde verlangen ook aangepraat hebben gekregen door tijdschriften of de media.