1. Herkenbaarheid: het gedrag moet voor de buitenwereld overeenstemmen met zijn/haar identiteit. Kanttekening is dat je (voor de buitenwereld) bewust af kunt wijken, terwijl je volstrekt een keuze neemt op basis van je eigen mening. Daarnaast is een herkenning voor de buitenwereld op zich geen garantie voor vrije wil: vele schilders zullen volgens het oog van een leek een eigen schilderstijl hebben, maar dezelfde stijl volgens kenners duidelijk is overgenomen van andere kunstenaars. Is het dan nog wel een eigen stijl? Dat brengt ons bij:
2. Authenciteit: het herkenbare karakter moet authentiek en van jouw zijn. Je kunt meningen klakkeloos overnemen en jezelf deels laten beinvloeden: wat is het verschil en waar ligt de grens?
3. Reflectie: iemand heeft regelmatig reflectie op eigen handelen en eigen identiteit, oftewel iemand heeft er duidelijk over nagedacht. Echter het roept vragen op: wat zijn goede redenen om iets te willen, is het wel mogelijk om bewust te zijn van alle invloeden, moet je ook reflecteren op de manier hoe je reflecteert?
4. Zelfkennis: hoe meer inzicht je hebt in wie je bent, hoe beter je in staat bent keuzes te maken die daar goed bij passen, hoe meer je identiteit tot uitdrukking komt in je handelen.
